Donderdag 24 Nov 2016 om 19u30 Rotary Hall Conferentie : Privacy en beveiliging, twee kanten van de Medaille

donderdag 24 november 2016

In een informatiemaatschappij zijn we altijd en overal bereikbaar en worden onze gegevens meer en meer gecentraliseerd. De centrale verwerking van massale informatie (“Big Data”) biedt ongekende mogelijkheden voor onderzoek en innovatie en laat toe om gepersonaliseerde toepassingen aan te bieden voor gezondheidszorg, opleiding en ontspanning, maar ook voor de detectie van fraude en misdaad. De mogelijkheden lijken grenzeloos, maar we riskeren om hiervoor een hoge prijs te betalen: het risico voor misbruiken en het verlies van onze privacy. De onthullingen van Edward Snowden in de voorbije twee jaar hebben aangetoond hoe de Amerikaanse en Britse overheid massaal informatie verzamelen bij grote telecommunicatie- en internetbedrijven en inbreken in computers en netwerken. Hierbij worden de gegevens van miljarden gewone burgers opgeslagen en verwerkt. 

Deze ontwikkelingen laten toe om diensten te personaliseren voor iedere gebruiker en aan te passen aan de context waarin hij zich bevindt. Dit kan gaan van gepersonaliseerde reclame aanbevelingen voor boeken of suggesties voor restaurants, tot individueel advies voor wellness en gezondheid. Meer controversieel zijn kortingen voor autoverzekeringen die steunen op gedetailleerde gegevens over hoeveel je rijdt, maar ook wanneer en waar, en hoe agressief je rijstijl is. Ook de overheid maakt in toenemende mate gebruik van deze technologieën. Sociale netwerken en technieken van data mining blijken bij uitstek geschikt om fraude op te sporen. Er wordt een groeiend aantal camera’s geplaatst. In eerste instantie laten ze de veiligheidsdiensten toe om meer observaties te doen, maar het is ook mogelijk om die informatie voor lange tijd te bewaren en om nummerplaten of personen direct te herkennen. Waar al deze informatie vroeger alleen op papier beschikbaar was, is het nu mogelijk om hierin efficiënt te zoeken. 

De keerzijde van de medaille is dat het aantal incidenten waarbij gevoelige gegevens uitlekt blijft toenemen. De strikte wetgeving op de privacy binnen de EU biedt bescherming tegen de ergste misbruiken, maar het toezicht is niet echt streng te noemen en de afdwingbaarheid buiten de EU wordt door experten sterk in vraag gesteld. Als gebruiker ervaren we deze evolutie als een verlies van controle; we beschouwen dit als een inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer, als een verlies van privacy. 

Heel vaak krijgen de verdedigers van privacy te horen dat men zich maar voor privacy inzet omdat men iets te verbergen heeft, zoals het ontduiken van belastingen of het lidmaatschap van een terroristische organisatie. Het antwoord hierop is dat mensen niet alleen slecht gedrag willen verbergen. Ook neutrale of positieve dingen worden niet altijd publiek gemaakt. 

Het privacydebat heeft ook een nationale en internationale dimensie. Onder invloed van terroristische aanvallen hebben vele landen het toezicht op burgers en grenzen sterk verhoogd. Dit heeft enorm veel middelen opgeslorpt. Het is echter niet duidelijk of dit ook onze veiligheid verhoogd heeft. Goedgeorganiseerde terroristen kunnen die maatregelen meestal omzeilen en ze eventueel tegen de overheid gebruiken. Tot slot heeft de geschiedenis aangetoond dat voor een overheid de verleiding altijd groot is om misbruik te maken van dergelijke informatie. Zo worden verschillende landen ervan verdacht dat ze informatie verzamelen over e-mails en webgebruik van dissidenten – met of zonder de medewerking van de aanbieders van de diensten. Men kan zich dan ook de vraag stellen of de evolutie naar de centralisatie van data en het verlies van privacy onze democratie niet zal ondermijnen. 

Het antwoord op deze complexe uitdagingen? 

Prof. Dr. Ir. Bart Preneel is gewoon hoogleraar aan het departement Elektrotechniek-ESAT van de KU Leuven. Hij is verantwoordelijk voor de onderzoeksgroep COSIC (Computer Security and Industrial Cryptography), die momenteel 80 leden telt en die deel uitmaakt van het imec onderzoekscentrum. Hij is als gastprofessor verbonden geweest aan vijf universiteiten in Europe en als research fellow aan de University of California at Berkeley. Bart Preneel verricht onderzoek in het domein van de cryptologie en de toepassingen ervan voor de beveiliging van informatie- en communicatiesystemen.

Bart Preneel is lid van de Academia Europaea, voorzitter van LSEC vzw (Leuven Security Excellence Consortium) en lid van de raad van bestuur van de Belgian Cybersecurity Coalition. Van 2008-2013 was hij president van de International Association of Cryptologic Research (IACR). In 2014 ontving hij de RSA Award for Excellence in the Field of Mathematics en in 2016 ontving hij de Kristian Beckman Award van IFIP TC11. Hij is auteur van meer dan 400 publicaties in internationale conferenties en tijdschriften en uitvinder van vijf octrooien. Hij was betrokken bij meer dan 40 Europese projecten, waarvan 7 als coördinator. Hij werd uitgenodigd als gastspreker op meer dan 120 conferenties in een 40-tal landen. Hij heeft een groot aantal studies uitgevoerd voor de industrie en overheid, o.a. voor de Belgische elektronische identiteitskaart en voor de elektronische verkiezingen. Ook is hij als expert opgetreden voor het Belgisch en Europees parlement. 

  • Kasteel van Huizingen
  • Aperitief, maaltijd en conferentie 40€
  • Deelname door overschrijving op rekeningnummer   BE27 7512 0011 4373 van Rotary Club Halle of door mail aan luc.michel@schneider-electric.com  (GSM 0492463857) uiterlijk op 19 Nov. 

 


Tekst

In een informatiemaatschappij zijn we altijd en overal bereikbaar en worden onze gegevens meer en meer gecentraliseerd. De centrale verwerking van massale informatie (“Big Data”) biedt ongekende mogelijkheden voor onderzoek en innovatie en laat toe om gepersonaliseerde toepassingen aan te bieden voor gezondheidszorg, opleiding en ontspanning, maar ook voor de detectie van fraude en misdaad. De mogelijkheden lijken grenzeloos, maar we riskeren om hiervoor een hoge prijs te betalen: het risico voor misbruiken en het verlies van onze privacy. De onthullingen van Edward Snowden in de voorbije twee jaar hebben aangetoond hoe de Amerikaanse en Britse overheid massaal informatie verzamelen bij grote telecommunicatie- en internetbedrijven en inbreken in computers en netwerken. Hierbij worden de gegevens van miljarden gewone burgers opgeslagen en verwerkt. 



Deze ontwikkelingen laten toe om diensten te personaliseren voor iedere gebruiker en aan te passen aan de context waarin hij zich bevindt. Dit kan gaan van gepersonaliseerde reclame aanbevelingen voor boeken of suggesties voor restaurants, tot individueel advies voor wellness en gezondheid. Meer controversieel zijn kortingen voor autoverzekeringen die steunen op gedetailleerde gegevens over hoeveel je rijdt, maar ook wanneer en waar, en hoe agressief je rijstijl is. Ook de overheid maakt in toenemende mate gebruik van deze technologieën. Sociale netwerken en technieken van data mining blijken bij uitstek geschikt om fraude op te sporen. Er wordt een groeiend aantal camera’s geplaatst. In eerste instantie laten ze de veiligheidsdiensten toe om meer observaties te doen, maar het is ook mogelijk om die informatie voor lange tijd te bewaren en om nummerplaten of personen direct te herkennen. Waar al deze informatie vroeger alleen op papier beschikbaar was, is het nu mogelijk om hierin efficiënt te zoeken. 



De keerzijde van de medaille is dat het aantal incidenten waarbij gevoelige gegevens uitlekt blijft toenemen. De strikte wetgeving op de privacy binnen de EU biedt bescherming tegen de ergste misbruiken, maar het toezicht is niet echt streng te noemen en de afdwingbaarheid buiten de EU wordt door experten sterk in vraag gesteld. Als gebruiker ervaren we deze evolutie als een verlies van controle; we beschouwen dit als een inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer, als een verlies van privacy. 



Heel vaak krijgen de verdedigers van privacy te horen dat men zich maar voor privacy inzet omdat men iets te verbergen heeft, zoals het ontduiken van belastingen of het lidmaatschap van een terroristische organisatie. Het antwoord hierop is dat mensen niet alleen slecht gedrag willen verbergen. Ook neutrale of positieve dingen worden niet altijd publiek gemaakt. 



Het privacydebat heeft ook een nationale en internationale dimensie. Onder invloed van terroristische aanvallen hebben vele landen het toezicht op burgers en grenzen sterk verhoogd. Dit heeft enorm veel middelen opgeslorpt. Het is echter niet duidelijk of dit ook onze veiligheid verhoogd heeft. Goedgeorganiseerde terroristen kunnen die maatregelen meestal omzeilen en ze eventueel tegen de overheid gebruiken. Tot slot heeft de geschiedenis aangetoond dat voor een overheid de verleiding altijd groot is om misbruik te maken van dergelijke informatie. Zo worden verschillende landen ervan verdacht dat ze informatie verzamelen over e-mails en webgebruik van dissidenten – met of zonder de medewerking van de aanbieders van de diensten. Men kan zich dan ook de vraag stellen of de evolutie naar de centralisatie van data en het verlies van privacy onze democratie niet zal ondermijnen. 



Het antwoord op deze complexe uitdagingen? 



Prof. Dr. Ir. Bart Preneel is gewoon hoogleraar aan het departement Elektrotechniek-ESAT van de KU Leuven. Hij is verantwoordelijk voor de onderzoeksgroep COSIC (Computer Security and Industrial Cryptography), die momenteel 80 leden telt en die deel uitmaakt van het imec onderzoekscentrum. Hij is als gastprofessor verbonden geweest aan vijf universiteiten in Europe en als research fellow aan de University of California at Berkeley. Bart Preneel verricht onderzoek in het domein van de cryptologie en de toepassingen ervan voor de beveiliging van informatie- en communicatiesystemen.



Bart Preneel is lid van de Academia Europaea, voorzitter van LSEC vzw (Leuven Security Excellence Consortium) en lid van de raad van bestuur van de Belgian Cybersecurity Coalition. Van 2008-2013 was hij president van de International Association of Cryptologic Research (IACR). In 2014 ontving hij de RSA Award for Excellence in the Field of Mathematics en in 2016 ontving hij de Kristian Beckman Award van IFIP TC11. Hij is auteur van meer dan 400 publicaties in internationale conferenties en tijdschriften en uitvinder van vijf octrooien. Hij was betrokken bij meer dan 40 Europese projecten, waarvan 7 als coördinator. Hij werd uitgenodigd als gastspreker op meer dan 120 conferenties in een 40-tal landen. Hij heeft een groot aantal studies uitgevoerd voor de industrie en overheid, o.a. voor de Belgische elektronische identiteitskaart en voor de elektronische verkiezingen. Ook is hij als expert opgetreden voor het Belgisch en Europees parlement. 




  • Kasteel van Huizingen

  • Aperitief, maaltijd en conferentie 40€

  • Deelname door overschrijving op rekeningnummer   BE27 7512 0011 4373 van Rotary Club Halle of door mail aan luc.michel@schneider-electric.com  (GSM 0492463857) uiterlijk op 19 Nov. 



 


Partnerclubs

Halle